Een actuele vraag vanuit de werkplaats: “Mogen we nog wel additieven gebruiken bij moderne motoren?” Aanleiding voor de vraag is de introductie van roetfilters bij benzinemotoren.
Nog nadrukkelijker dan voorheen wijzen sommige autofabrikanten additieven af.
Het antwoord op de vraag is zowel ja als nee.
Hoe zit dat?
Om hierop een antwoord te geven beginnen we bij het standpunt van de autofabrikant.
Op de eerste plaats is het begrijpelijk, zelfs logisch dat autofabrikanten het toevoegen van additieven afwijzen om de simpele reden dat ze geen verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de kwaliteit en mogelijke negatieve gevolgen van een additief. Wereldwijd bestaan er talloze leveranciers van additieven terwijl een normering of keurmerk van autofabrikanten ontbreekt. En gebruik van een ‘fout’ additief kan zeker risico’s met zich meebrengen.
“Voldoet aan EN-norm” is niet voldoende
De autofabrikanten geven garantie bij gebruik van genormeerde brandstof.
In Europa is de standaard norm vorm benzine EN228 (voor diesel geldt EN590). Maar zelfs gebruik van brandstof die aan deze normering voldoet, geeft geen 100% zekerheid op het voorkomen van schade.
Door het toevoegen van een ‘fout’ additief kan de benzine nog steeds binnen de norm vallen en tegelijk potentieel schadelijk zijn. In het geval van roetfilters bij benzinemotoren (GPF; Gasoline Particle Filter) is het gebruik van additieven die metalen componenten bevatten een probleem.
Binnen Europa is de kans op het tanken van benzine die het roetfilter kan beschadigen zeer klein. Daarentegen is het toevoegen van een ‘fout’ additief heel goed mogelijk. Veel additieven zijn veilig. Maar hoe scheid je het kaf van het koren?
Mécatech veilig
In tegenstelling tot veel andere aanbieders van brandstofadditieven is Mécatech een echt Europees product. Niet alleen het eindproduct, maar ook de basiscomponenten worden in Europa geproduceerd volgens Europese normen. Dit verklaart de hoge kwaliteit en effectiviteit van de Mécatech producten; het vizier is zowel qua referentiekader (actuele problematiek) als productie en ontwikkeling op Europa gericht. Zowel componenten als complete additieven worden ontwikkeld met en getest door toonaangevende Europese brandstofmaatschappijen.
Paradox; Verbod haaks op technische noodzaak
De tegenstrijdigheid in het verbod op additieven ligt in het feit dat juist moderne motoren in combinatie moderne brandstoffen (E10) enorm veel baat hebben bij regelmatig gebruik van een additief van goede kwaliteit.
Systemen worden steeds geavanceerder en daardoor gevoeliger voor vervuiling. Als er ergens in de keten ‘van tank tot uitlaat’ functieverlies op een component ontstaat, heeft dat gevolgen voor het hele systeem. Dit kan lijden tot storingen, maar ook heel lang onopgemerkt blijven, wat onnodig brandstofverbruik en milieubelasting met zich meebrengt.
Daarbij komen nog de nadelige effecten van E10. Door aanwezigheid van meer vocht, meer kans op verzuring, snellere veroudering en achteruitgang van kwaliteit neemt de kans op ongewenste afzettingen en aantasting van componenten toe. In plaats van te beschermen is de benzine verantwoordelijk voor beschadiging.
De additieven van Mécatech doen de negatieve gevolgen van E10 te niet en zorgen ervoor dat de kwaliteit van brandstof gewaarborgd blijft. En dit is van wezenlijk belang voor het optimaal functioneren van alle moderne benzinemotoren zowel met als zonder roetfilter.
Door regelmatig het brandstofsysteem simpel vanuit de tank te reinigen blijft het systeem in optimale conditie.
Conclusie.
Mécatech additieven:
- Zijn veilig voor alle type motoren
- Zijn breed inzetbaar, van klassiek tot modern (hogedruk directe injectie, GPF)
- Dragen bij aan probleemloos en optimaal functioneren
- Verlengen levensduur van alle componenten van ‘tank tot uitlaat’
- Minimaliseren brandstofgebruik
- Georiënteerd op de Europese markt
- Maximaal effectief
- Altijd gebaseerd op de laatste technologische ontwikkelingen
Voor meer informatie; bel of mail ons, of vraag het uw Mécatech adviseur.